Labogids klinische biologie

Immunoglobuline G 2 subklasse (IgG2)


Code LIS
A_IGG2
Eenheid
g/l
Belangrijke informatie
   ​
Klinische achtergrond
IgG maakt ongeveer 75% uit van de immunoglobulines bij de volwassenen. Het bestaat in dalende volgorde uit 4 subklassen: IgG1, IgG2, IgG3 en IgG4. Ze vertonen verschillende eigenschappen, met betrekking tot complementfixatie, macrofagen binding en passage door de placenta. Abnormale concentraties van een subklasse kan geassocieerd zijn met auto-immuteit, anafylaxis, hypo- en hypergammaglobulinemie. Recidiverende infecties kunnen berusten op IgG2 of zeldzamer IgG3 deficiëntie
Principe van de test
Nefelometrie  
Afname
SERUM
Alternatieve monstertypes
Lithiumheparine.
Stabiliteit monster
7 dagen bij 2-8°C, 1 maand bij -20°C(Bron: bijsluiter Siemens)
Interferentie
Referentiewaarden
Maximale leeftijdReferentiewaarde (g/L)1 jaar0.26 – 1.363 jaar0.28 – 2.166 jaar0.57 – 2.9012 jaar0.68 – 3.8818 jaar 0.81 – 4.72> 18 jaar 1.69 – 7.86
Doorbelwaarden
Bron referentiewaarden
​Bijsluiter kit Siemens (REF: OQXIG09E11)
Uitvoerfrequentie
24h/24h
Urgentie
Ja
TAT (turn around time)
1 h - 2 h
Toestel
Atellica NEPH 630
Analytisch meetbereik
0.35 - 11.00 g/lBij waarde > 11.00 g/l wordt staal automatisch 1/20 verdund zodat het meetbereik uitbreidt tot 220.00 g/l
Afdeling
Biochemie (BIO)
Uitvoerend labo
DoorstuurInfo
Terugbetaling
541273